Tsja. Hoe geloofwaardig is de minister? Zou de binnenlandse veiligheidsdienst echt niet eerder dan het jaar 2002 Marokkaanse spionage in de gaten hebben gekregen? Het is onwaarschijnlijk. De contacten tussen Nederland en Marokko zijn al ongeveer 400 jaar oud en zijn vanaf het begin gekenmerkt door onderling wantrouwen vanwege kaperij, wapenhandel, ontvoering en afpersing. Maar zo ver hoeven we niet terug te kijken om wantrouwen in de Marokkaanse diplomatie te vinden. In het rapport van de commissie van Traa wordt al uitgebreid stilgestaan bij de Marokkaanse inmenging:
In alle landen met Marokkaanse gastarbeiders is door de overheid een beheersstructuur opgezet die bestaat uit ambassades, consulaten, filialen van Marokkaanse banken, moskeebesturen; zelfs onderwijzers die overkwamen in het kader van het verzorgen van "onderwijs in eigen taal en cultuur"
De activiteiten van de Marokkaanse diplomatie betreffen dus niet alleen spionage; het stiekeme vergaren van geheime informatie. Het gaat om het bewaken van de politieke lijn van het Marokkaanse bewind door middel van voorlichting, desinformatie, intimidatie, corruptie en desnoods geweld. De Marokkanen zijn bekwaam in het opvoeren van schijnvertoningen, en het is daarom dat weinigen beseffen dat het land in feite nog in een oorlogstoestand verkeert. Er is al lange tijd een wapenstilstand, maar dat is heel wat anders dan vrede en de activiteiten van de Marokkaanse veiligheidsdiensten werken daarom ook nog op volle kracht waarbij met name de Saharaanse tegenstander en hun linkse vrienden in de gaten worden gehouden. Daarvoor bestaat van oudsher begrip bij vooral extreemrechts in Europa en van die zijde wil men dat best gedogen. Van Wilders zal men hierover dan ook weinig of niets horen.
Ravage Digitaal schrijft over het Marokkaans lobby en inlichtingen werk dat desgewenst het NOS journaal in Marokkaanse richting kan bijbuigen. En er worden al lange tijd kinderen in Nederland uitgenodigd voor snoepreisjes door Sultan Mohammed VI. Belgische kinderen worden zelfs naar de bezette Sahara gehaald voor propagandadoeleinden.
Er is Marokkaanse inmenging in Nederland en net zo zeer in andere landen. In Frankrijk schrijft Bakchich over een geval waarbij Marokkaanse diplomaten zich opdringen aan Franse afgevaardigden en senatoren, met name van de UMP.
Dat in België sprake is van onfrisse diplomatie der Marokkanen is geen wonder want daar zetelt het hoofdkwartier van de Marokkaanse inlichtingendienst voor Europa.
De angst voor de terreur van moslim extremisten biedt de Marokkaanse diplomatie grote kansen want Europeanen staan in de rij met verzoeken om informatie-uitwisseling, samenwerking in NATO verband en voor het leveren van wapens.
In Zweden is echter in 1996 de voorzitter van de Amicales tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld voor het bespioneren van Marokkanen en Zweden. Hij gebruikte de diplomatieke post van de ambassade en werkte voor de DGED, Direction Générale des Etudes et de la Documentation, de militaire geheime dienst.
De Marokkaanse inmenging in Europa is grootschalig van opzet waarin veel is geïnvesteerd, onder andere om de belangen in de fosfaat en uraniummijnen van de Westelijke Sahara veilig te stellen.
Het is te vrezen dat de kwestie West Sahara van Nederlandse zijde wordt gebruikt als wisselgeld in ruil tegen medewerking op het gebied van terreurbestrijding.