zondag 17 augustus 2008

Een lintje in Marokko en een afgang in de Sahara

Een anonieme tipgever wees op een heugelijke mededeling. De minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking van Marokko, de heer Taieb Fassi Fihri, heeft op dinsdag 5 augustus in Rabat een prachtige onderscheiding uitgereikt aan de heer Sjoerd Leenstra, de Nederlandse ambassadeur in Marokko. Bij deze mooie gelegenheid verklaarde de Nederlandse diplomaat dat hij was vereerd met het lintje en dat hij goede herinneringen aan zijn verblijf in Marokko overhoudt. Deze decoratie, zei hij, "is een teken van goede betrekkingen tussen de twee landen." Een goedmakertje vanwege het paspoortengeschil?
Hoe dan ook, de Marokkaanse onderscheiding voor de ambassadeur staat in schril contrast met het brevet van onvermogen dat de Saharanen hebben uitgereikt aan de nederlandse onderhandelaar van Walsum.
In juli 2005 is Peter van Walsum benoemd. Vorig jaar april stonden de directe onderhandelingen op het punt van beginnen en het zag er veelbelovend uit. Dat de Marokkaanse regering en het Front Polisario direct met elkaar wilden onderhandelden betekende erkenning voor elkaars bestaan en dat was een hele vooruitgang. De Marokkanen boden een plan aan waarin de Saharanen een autonome provincie krijgen en de Saharanen boden een plan aan met een volksraadpleging over autonomie of integratie, op basis van een eerder VN-plan van James Baker, maar nu met garanties voor vergaande samenwerking als de uitslag toch onafhankelijkheid zou worden. Je zou zeggen dat een overeenkomst nog slechts een kwestie van vaardig onderhandelen zou zijn. Bovendien was er al een overeenkomst voor familiebezoek van gevluchtte Saharanen aan het door Marokko bezette gebied en omgekeerd van Saharanen uit het Marokkaans gebied aan de vluchtelingenkampen waarmee werd gewerkt aan het bouwen van een vertrouwensrelatie.

Waarom begon van Walsum dan opeens van de daken te schreeuwen dat het Saharaanse voorstel onhaalbaar is? Zouden er Nederlandse politieke belangen meespelen? Volgens een studie van het Nederlands instituut Clingendael heeft Nederland weinig tot niets met deze zaak te maken. Maar dat zegt niks.

In 1996 werd het Congres van de Internationale Liberalen gehouden in Noordwijk waar steun werd uitgesproken voor het referendum over onafhankelijkheid. Dat gebeurde ook in de opvolgende jaren 1999, 2000, 2002 en 2003. In 2005 zwijgen de liberalen en in 2006 wordt het congres in Marokko gehouden, waar opeens twee liberale partijen blijken te bestaan. Bij die gelegenheid verklaart de welbekende Nederlandse neokoloniaal Hans van Baalen namens de liberalen dat het Marokkaanse standpunt gevolgd moet worden. Hij doet dat ter gelegenheid van de presentatie van het rapport van zijn fact-finding mission dat -merkwaardigerwijze- niet wordt gepubliceerd door hem of de Liberale Internationale. Het Front Polisario, dat in goed vertrouwen alle medewerking aan van Baalen heeft gegeven bij zijn fact-finding mission, is uiteraard niet in Marrakech aanwezig en krijgt het rapport niet.

Opvallend is dat Hans van Baalen in Marrakech met dezelfde redenatie kwam als van Walsum later: autonomie is haalbaar in tegenstelling tot onafhankelijkheid en een snelle oplossing is nodig wegens het lijden van de vluchtelingen.
Overigens heeft D'66 zich volstrekt afzijdig gehouden bij de pro-Marokko coup van van Baalen, hoewel men wel degelijk aanwezig was met een afvaardiging onder leiding van Boris Dittrich.

In februari van dit jaar werd bekend dat Nederland oorlogsschepen heeft verkocht aan Marokko.

Die wapenhandel en het achterbakse Liberalen-rapport rechtvaardigen het vermoeden dat ze groot chagrijn bij de Saharanen hebben veroorzaakt over Nederlanders in het algemeen en de rechtse variant in het bizonder. Het maakt in ieder geval zeer begrijpelijk dat het Front Polisario de haagse heer van Walsum aan de kant heeft gezet.

Geen opmerkingen: