De eerste van de Islamitische terreurgroepen in Noord Afrika was de Shabiba al Islamiya uit Marokko. Deze Islamitische jeugdgroep, waarvan de naam ook wordt geschreven als Chebiba islamia, had een anti-Amerikaanse, anti-Zionistische en anti-socialistische ideologie. De groep wordt verantwoordelijk gehouden voor de moord op de socialist Omar Bellejoun in 1975. Dat was Islamitische terreur in Marokko. Verschilde dat veel van de Marokkaanse overheidsterreur? Nee. Ook de Marokkaanse hofhouding was, en is berucht vanwege moorddadig optreden.
Terreur is een middel dat de Marokkaanse regering in Marokko stelselmatig heeft toegepast bij het binnenlands beleid. Het motief daarbij is de veiligheid van staat, en dat is een Islamitische staat onder leiding van een absoluut Islamitisch heerser.
Terreur is ook toegepast bij de inlijving van de Westelijke Sahara. Het binnenvallen van de Westelijke Sahara vond letterlijk plaats onder het banier van de Islam tijdens de Groene Mars. In eerste instantie waren de Spanjaarden het doelwit maar al snel werden dat de Saharanen die overigens in dezelfde God geloven als Marokkanen.
Als terreur wordt gebruikt als middel om de plaatselijke bevolking te intimideren dan kan de dader zich niet verschuilen. Een regering die angst wil opwekken kan niet tegelijkertijd de bevolking de illusie wekken bescherming te bieden. Saharanen weten wie terreur tegen ze uitoefent en waarom. Bij terreuraanslagen in het buitenland ligt dat anders.
De Shabiba al Islamiya heeft zich later opgesplitst in verschillende geheimzinnige organisaties waaronder de GICM (Groupe islamique combattant Marocain) die de aanslagen pleegde in Casablanca en Madrid en ook in Noord-Europa bekend werd.
Na de bomaanslagen in Londen werd ontdekt dat daarbij Marokkanen waren betrokken waaronder Younes Tsouli, de zoon van een Marokkaanse diplomaat.
Zijn er meer aanwijzingen dat de Islam en terrorisme door Marokko worden gebruikt als instrumenten van buitenlands beleid?
Jazeker, zegt de Spaanse hoogleraar Carlos Ruiz Miguel in een betoog waarin hij wijst op een hele reeks aanwijzingen dat de bomaanslagen in Madrid een verband hebben met de voormalige Spaanse Sahara. Toch kwam de Marokkaanse Sultan in Spanje de herdenking van de slachtoffers bijwonen en hij werd daar zelfs toegejuicht.
"In Nederland heeft in 2004, na de moord op filmmaker Theo van Gogh door een Islamiet van Marokkaanse afkomst, Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie geëist dat de Sultan van Marokko het moslim extremisme aan de kaak zou stellen en heel duidelijk moet maken dat Marokko geen exporteur van moordenaars wil worden." "¿Quién es el Bolkestein español?" vraagt de hoogleraar. Wie is de Spaanse Bolkestein?
In Nederland is de vraag: wie is Bolkestein's opvolger? Wie durft hier te eisen dat het Marokkaans beleid voortaan geen spoor van dreiging met terreur meer zal bevatten? Niet tegen Marokkanen, Saharanen, Algerijnen of Europeanen. Er zijn weinig kandidaten. Aan de linkerzijde is er niemand die zich uitspreekt tegen zakendoen met het corrupte Marokkaanse hof. Aan de rechterzijde is het zeker niet Hans van Baalen, want die wil de Sultan maar al te graag de Westelijke Sahara cadeau doen.
Eigelijk is er maar één politicus die Islamitische terreur op zijn agenda heeft en dat is Geert Wilders. En dat is de partij waartegen een cordon sanitaire dreigt te worden ingesteld. Dat is jammer en speelt de Sultan in de kaart. Want deze single-issue partij bestaat bij de gratie van de strijd tegen politieke terreur uit, met name, Marokko. Socialisten, vooral van Marokkaanse afkomst, kunnen op dat punt volledig met Wilders samenwerken. Zodat Wilders samen met de linkerzijde, en de goedwillende liberalen, een actieprogramma kan opstellen waarmee de Marokkaanse politiek gedwongen wordt afstand te nemen van de Islamitische Jeugd-idealen en zich gaat houden aan het internationaal recht. En zich terugtrekt uit de Westelijke Sahara.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten