zaterdag 24 september 2011

The Moroccan Initiative

Er zijn in de USA onthullingen verschenen over het Moroccan Initiative van de New York Police Department.
In het grootse New York blijkt dat de Marokkaanse gemeenschap in de gaten is gehouden door de plaatselijke politie en de betrokkenen reageren, natuurlijk, geschokt en beledigd. Toch is de vraag niet waarom dat onderzoek er is, want dat is duidelijk de betrokkenheid van Marokkanen bij Islamitisch terrorisme.
Advocaten maken bezwaar omdat de New York City politie bij het werk ras, religie of etniciteit niet mag gebruiken als "bepalende factor".
De vraag is dan of een Marokkaan wordt bepaald door een ras, etniciteit of religie. Het antwoord is neen. Want er bestaat binnen de Marokkaanse landsgrenzen een etnische verscheidenheid, met als belangrijkste groepen de Amazigh (Berbers) en de Arabieren, die bovendien ook in de buurlanden wonen. Hetzelfde geld voor het raskenmerk want door de eeuwenlange slavenhandel die is bedreven door de Marokkaanse Sultans zijn verschillende raskenmerken in het land te vinden. De dominante religie tenslotte is in Marokko de Islam van de Maliki school, die ook in buurlanden Westelijke Sahara en Algerije dominant is. Dus de religie is ook geen factor voor het bepalen van wie of wat Marokkaans is.

Wat dan bepaald de Marokkaanse nationaliteit? Die wordt bepaald door de absolute vorst Mohamed VI. Dat staatshoofd noemt zichzelf koning maar hij stamt uit een geslacht van Sultans. Hij is behalve een wereldlijk ook een geestelijk leider, van, let op, alle gelovigen en dat zijn dus ook Marokkaanse Joden en Christenen. Zijn vermogen bestaat uit vele miljarden en is onder andere opgebouwd uit de inkomsten van de fosfaatmijnen in Marokko en in de Westelijke Sahara; dat gebied houdt de Marokkaanse vorst militair bezet, een groot deel van de bevolking is verjaagd, en de voortdurende Marokkaanse plundering van Sahraanse rijkdommen is een criminele daad die maar niet wordt bestraft. Het koninklijk kapitaal komt verder, naar men zegt, voor een deel uit de hasj-handel waarvoor Mohamed ook niet wordt aangepakt. Zijn volk wordt seksueel misbruikt, Franse politici zijn er tevreden over. Kritiek op koninklijk bezit en beleid wordt in Marokko streng gestraft. De corruptie tiert welig. Het Koninkrijk Marokko is zonder veel moeite te bestempelen als een criminele vereniging.
Dat is ook wat de Marokkaanse nationaliteit crimineel maakt en waarom het politiewerk in New York verstandig is.
Toch is de reden van het inlichtingenwerk in New York nog ernstiger, het is de war on terror.

De koppeling tussen het Marokko van Mohamed VI met Islamitische terreur is heel lastig. In de media wordt Marokko consequent afgeschilderd als "gematigd" en "modern", zelfs als "liberaal". En juist als bondgenoot in de "war on terror". Dat ongeloofwaardige positieve beeld is voor een groot deel het succes van de Marokkaanse propaganda die in het buitenland wordt aangestuurd door de DGED. Die Marokkaanse inlichtingen en spionagedienst stuurt de publiciteitsmachine aan en houdt de Marokkaanse gemeenschap in het buitenland scherp in de gaten. In Nederland en ook in de USA. Waarom wil de New Yorkse politie dan zelf onderzoek doen? Men vertrouwd de bondgenoot kennelijk niet helemaal!
En terecht. De DGED mag zich voordoen als loyale bondgenoot van het Westen maar is absoluut niet meer betrouwbaar dan vergelijkbare clubs in Saoedi Arabië. Geestelijk en politiek zit Mohamed VI op dezelfde lijn als het Koningshuis van Saoedi Arabië, waarvan de leden vaak in Marokkaanse paleizen vertoeven.
Juist de Marokkaanse façade van gematigdheid en de leugenachtige houding ten aanzien van de hasj-handel en de Westelijke Sahara vormen een opmerkelijke combinatie. Is die gladde Marokkaanse façade een alibi waarachter een terroristisch netwerk zich verbergt? Prostitutie, chantage, drugshandel en corruptie zijn verweven met onderwerelden waar ook terroristen verkeren. Het is opvallend dat er veel Marokkanen in verband kunnen worden gebracht met terreur in het buitenland en zo weinig met terreur in het Koninkrijk zelf.
Het is verstandig dat de New Yorkse politie onderzoek doet naar de misdadige koninklijke familie en hun aanhang, en dat is uiteindelijk een ieder met Marokkaans paspoort. En dat heeft weinig te maken met ras, etniciteit of religie maar alles met internationale misdaad en politiek.

dinsdag 6 september 2011

het net gaat zich sluiten

Marokko doet alsof de Westelijke Sahara bij Marokko hoort. Dat is niet zo en daardoor ontstaan dus problemen. De visserijovereenkomst tussen Europa en Marokko geeft daar een voorbeeld van. Van Marokko mogen Europese schepen vissen in Saharaanse wateren maar dat bleek na onderzoek onwettig. De termijn waarvoor de visserijovereenkomst was afgesloten liep af in februari. Na veel geheimzinnig gedoe is de overeenkomst voorlopig verlengd met een jaar, hoewel onder andere Nederland daar tegen heeft gestemd. Het Europees parlement moet de verlenging nog goedkeuren. Maar er is ook nog een Europees Hof van Justitie. Twee euro parlementariërs, de heren Romeva en Duff, verzamelen op het moment handtekeningen van leden van het Parlement onder een ontwerpresolutie waarin wordt verzocht het vraagstuk van de EU-Marokko visserijovereenkomst voor te leggen aan het Europees Hof van Justitie.


---

European Parliament resolution requesting an opinion from the Court of Justice on the compatibility of the Protocol [Renewal of Moroccan Fisheries Agreement] with the Treaties


The European Parliament,

– having regard to Articles 3(5) and 21 of the Treaty on European Union,
– having regard to Article 218(6) and (11) of the Treaty on the Functioning of the European Union,
– having regard to Council Regulation (EC) No 764/2006 of 22 May 2006 on the conclusion of the Fisheries Partnership Agreement between the European Community and the Kingdom of Morocco (OJ L 141, 29.5.2006, p.1.1),
- having regard to the Proposal for a Council Decision on the conclusion of a Protocol setting out the fishing opportunities and financial compensation provided for in the Fisheries Partnership Agreement between the European Union and the Kingdom of Morocco (COM(2011) 313 final) and the request by the Council for the consent of the European Parliament,
– having regard to Rule 90(6) of its Rules of Procedure,

A. whereas the first Protocol on the Fisheries Partnership Agreement between the European Community and the Kingdom of Morocco expired on 28 February 2011,

B. whereas a new Protocol setting out the fishing opportunities and financial compensation provided for in the Fisheries Partnership Agreement between the European Union and the Kingdom of Morocco was signed on 13 July 2011,

C. whereas the conclusion of the new Protocol requires the consent of the European Parliament before it can be finally adopted by the Council,

D. whereas the application of the new Protocol extends to the waters off the coast of Western Sahara, which territory has been on the United Nations list of Non-Self Governing Territories since 1963,

E. whereas, in order to comply with international law, economic activities related to the natural resources of a Non-Self-Governing Territory must be carried out for the benefit of the people of such a Territory, and in accordance with their wishes; whereas it has not been demonstrated that the Union's financial contribution is used for the benefit of the people of Western Sahara;

E. whereas, in order to comply with international law, economic activities related to the natural resources of a Non-Self-Governing Territory must be carried out for the benefit of the people of such a Territory, and in accordance with their wishes; whereas it has not been demonstrated that the Union's financial contribution is used for the benefit of the people of Western Sahara;

F. whereas these obligations bind not only Morocco but also the Union as the primary beneficiary of the Fisheries Partnership Agreement and its Protocol,

1. Considers that there is legal uncertainty as to whether the new Protocol respects international law with regard to the socio-economic interests and the exploitation of the natural resources of the Non-Self-Governing Territory of Western Sahara, and thus whether it is compatible with the Treaties in this respect;

2. Decides to seek an opinion from the Court of Justice on the compatibility of the abovementioned Protocol with the Treaties;

3. Instructs its President to forward this resolution to the Council and the Commission for information and to take the necessary measures to obtain such an opinion from the Court of Justice